hoe windsurf je ? de basics
heey hier leer je de basics van het windsurfen !
Als je begint te windsurfen moet je eerst de onderdelen leren kennen .
Hieronder zie je de onderdelen:
Hieronder zie je de onderdelen:
Plank
Rechts zie je de gewone basis windsurfplank , je hebt natuurlijk nog altijd andere soorten. Links boven zie je de mastvoet , die dient voor je mast op te bevestigen.
Daaronder zie het zwaard die dient voor niet af te drijven , maar op speciale planken voor profs zit er geen zwaard . Daaronder ligt de vin dat helpt mee om te sturen . Daaronder liggen de voetbanden die dienen voor als er veel wind is, om te kunnen blijven staan . in het midden van de plank zie je een gleuf , die dient voor je zwaard in te steken . daaronder zie je een gat voor je mastvoet in te steken . De voorkant van de surfplank noemt de boeg en de achterkant noemt de spiegel .
Daaronder zie het zwaard die dient voor niet af te drijven , maar op speciale planken voor profs zit er geen zwaard . Daaronder ligt de vin dat helpt mee om te sturen . Daaronder liggen de voetbanden die dienen voor als er veel wind is, om te kunnen blijven staan . in het midden van de plank zie je een gleuf , die dient voor je zwaard in te steken . daaronder zie je een gat voor je mastvoet in te steken . De voorkant van de surfplank noemt de boeg en de achterkant noemt de spiegel .
Zeil + Mast
Het beginnerszeil.
Natuurlijk zijn er ook zeilen ontworpen met als doel iemand zo snel en makkelijk mogelijk te laten windsurfen. De “oppervlakte” van het zeil geeft aan om wat voor soort zeil het gaat. Deze oppervlakte wordt aangegeven in vierkante meters (m²). De grootte van het zeil is sterk afhankelijk van de grootte van de cursist en de wind die er staat. Hoe groter je bent en hoe minder wind; hoe groter je zeil kan zijn. Een factor die we ook niet mogen vergeten is natuurlijk hoe goed iemand kan surfen. De tabel hieronder geeft een aardige indicatie welk zeil iemand kan gebruiken die voor het eerst gaat windsurfen, met windkracht 2 tot 3.
Natuurlijk zijn er ook zeilen ontworpen met als doel iemand zo snel en makkelijk mogelijk te laten windsurfen. De “oppervlakte” van het zeil geeft aan om wat voor soort zeil het gaat. Deze oppervlakte wordt aangegeven in vierkante meters (m²). De grootte van het zeil is sterk afhankelijk van de grootte van de cursist en de wind die er staat. Hoe groter je bent en hoe minder wind; hoe groter je zeil kan zijn. Een factor die we ook niet mogen vergeten is natuurlijk hoe goed iemand kan surfen. De tabel hieronder geeft een aardige indicatie welk zeil iemand kan gebruiken die voor het eerst gaat windsurfen, met windkracht 2 tot 3.
Maar de grootte van een zeil zegt niet alles. Het ene zeil is beter geschikt voor een beginner dan het andere. Beginnerzeilen zijn licht gemaakt zodat ze makkelijker hanteerbaar zijn. En er zitten een aantal zeillatten in om het profiel goed in het zeil te houden. Ook zijn de zeilen erg compact gemaakt. De mast is erg kort gehouden. Met dank aan onze lessen natuurkunde weten we dat een zeil met een korte mast minder zwaar aanvoelt dan een zeil met een lange mast. De “goede lezers” hebben al gezien dat er ook nog speciale kinderzeilen zijn. Omdat kinderen nog niet zo sterk zijn, en “hun rug nog een heel leven lang mee moet”, zijn er nog lichtere zeilen gemaakt, speciaal voor kinderen. Kenmerkend is dat de gebruikte materialen van mast, giek en zeil extra dun zijn. Behalve dat dit nog eens extra licht is past het ook beter in de kleine handjes. Een must voor kinderen, niet geschikt voor volwassenen want dan komen er te grote krachten op, waardoor het kapot gaat.
De windroos + de koersen
Ok je hebt nu de onderdelen geleerd, maar nu gaan we de koersen leren.
Je hebt eerst in de wind, dan lig je in de wind, dus dan sta je stil. Dan heb je scherpe wind, dat dient later nog voor over stag te gaan . Dan heb je halve wind, dat is een beetje de basis. Dan heb je ruime wind. en dan als laatste heb je voor de wind, dat is ook een beetje de basis.! Kijk altijd goed hoe je je zeil moet vasthouden en van waar dat de wind komt!
Je hebt eerst in de wind, dan lig je in de wind, dus dan sta je stil. Dan heb je scherpe wind, dat dient later nog voor over stag te gaan . Dan heb je halve wind, dat is een beetje de basis. Dan heb je ruime wind. en dan als laatste heb je voor de wind, dat is ook een beetje de basis.! Kijk altijd goed hoe je je zeil moet vasthouden en van waar dat de wind komt!
De lessen
Voordat we beginnen moet je eerst weten wat links en rechts is : stuurboord is rechts, en bakboord is links .Eerst beginnen we bij het starten hoe je dat moet doen , je kunt het op 2 verschillende manieren doen. Ofwel gebruik je gewoon het ophaaltouw (dat is het touw dat aan je mast hangt)
zorg wel dat je niet in de wind ligt ( het is het beste dat je voor de wind begint of halve wind ) , sta dan een beetje gebogen gebogen en trek je zeil op door het gebuiken van je ophaaltouw .De tweede manier is de waterstart die word uitgelegd in het filmpje hieronder .
zorg wel dat je niet in de wind ligt ( het is het beste dat je voor de wind begint of halve wind ) , sta dan een beetje gebogen gebogen en trek je zeil op door het gebuiken van je ophaaltouw .De tweede manier is de waterstart die word uitgelegd in het filmpje hieronder .
koersen
Hier leer je de koersen : scherpe wind , halve wind kort samengevat: alles in de windroos .
We hebben het er al is over gehad maar hier leer je het doen.
We beginnen met halve wind: je houd je zeil gelijk op de afbeelding van de koersen. Als je dan naar scherpe wind wil gaan trek je je zeil wat meer naar je toe en dan zul je zien dat je sneller gaat, dus je vaart dan scherpe wind. Als je dan weer wilt vertragen moet je je zeil wat lossen en dan vaar je weer halve wind. Als je je zeil nog wat meer lost vaar je ruime wind, en als je dan je zeil gewoon helemaal lost vaar je voor de wind. Om je zeil te laten lossen gebruik je de giek (zie foto hieronder).
We hebben het er al is over gehad maar hier leer je het doen.
We beginnen met halve wind: je houd je zeil gelijk op de afbeelding van de koersen. Als je dan naar scherpe wind wil gaan trek je je zeil wat meer naar je toe en dan zul je zien dat je sneller gaat, dus je vaart dan scherpe wind. Als je dan weer wilt vertragen moet je je zeil wat lossen en dan vaar je weer halve wind. Als je je zeil nog wat meer lost vaar je ruime wind, en als je dan je zeil gewoon helemaal lost vaar je voor de wind. Om je zeil te laten lossen gebruik je de giek (zie foto hieronder).
Gijpen en overstag gaan.
Overstag gaan is een manier voor te draaien met je surfplank. Dat doe je als volgt: je pakt het uiteinde van je giek (het ronde punt) en je zeil over de achterkant van je plank draaien. Bij gijpen doe je hetzelfde maar dan aan de voorkant van de plank.
Opkruisen
Nu, wat doe je als je tegen de wind in wil varen ? Dat doe je als volgt : je vaart scherpe wind tot je niet meer kunt (op zee natuurlijk niet), dan ga je overstag en dan vaar je weer scherpe wind enz. , dat noemt men opkruisen.
Natuurlijk is het altijd beter om in een surfclub of zoiets te gaan !!!!!!!
Natuurlijk is het altijd beter om in een surfclub of zoiets te gaan !!!!!!!
bronnen : foto's http://www.soulonline.nl/media/m9335.gif
video 1http://surfersparadise.be/les-verhuur/windsurfcenter
video 2http://www.youtube.com/watch?v=XwHRTJ4BwF8
teksten :http://issuu.com/vyfvzw/docs/windsurf_evo , kennis surfkamp ,http://www.leerwindsurfen.nl/artikelen/materiaalkopen/materiaalkopen.asp
foto:http://4.bp.blogspot.com/_pWRPBepSpAY/StWCu6NNHKI/AAAAAAAAB4Q/Ov_AcqF09fI/s400/IMG_0796.jpg
tekst kennis surfkamp
video 1http://surfersparadise.be/les-verhuur/windsurfcenter
video 2http://www.youtube.com/watch?v=XwHRTJ4BwF8
teksten :http://issuu.com/vyfvzw/docs/windsurf_evo , kennis surfkamp ,http://www.leerwindsurfen.nl/artikelen/materiaalkopen/materiaalkopen.asp
foto:http://4.bp.blogspot.com/_pWRPBepSpAY/StWCu6NNHKI/AAAAAAAAB4Q/Ov_AcqF09fI/s400/IMG_0796.jpg
tekst kennis surfkamp
